Avondeten is al sinds Sophie naast babymelk ook ander voedsel tot zich ging nemen iedere dag een beproeving. Inmiddels weet ik dat het niet alleen bij ons een grote bron van irritatie is. Sport, pianoles, onregelmatig werk, kinderopvang en vrienden maken het er niet makkelijker op. Jarenlang heb ik mijn stinkende best gedaan. Met zijn allen aan tafel leek mij het meest gezellige moment van de dag. Ik weet het, dit was mijn geromantiseerde beeld van een groot gezin. Werkelijkheid ligt daar mijlenver vandaan.
Boodschappen doen, daar begint het mee. Aangezien we allebei werken en vier kinderen hebben, vereist het wel enige planning. Gevolg, donderdagavond zit ik met het grote gezinsplanbord een maaltijdplanning voor de komende week te maken. Klinkt nu ik het opschrijf ronduit belachelijk. Echter ik weet, doe ik dit niet, wordt het een groot drama. Pieter kijkt over mijn schouder mee en zucht. 'Wat?', roep ik geïrriteerd. Je weet dat ik niet van snijboontjes houd. Ja weet ik en Sophie houdt niet van wortels, andijvie, aardappels (althans als in de vorm van friet zijn wordt het een ander verhaal), Pepijn eet het liefst brood, pannenkoeken, appelmoes of tomatensoep, Mees gooit vooral met eten en over Floris heb ik het maar helemaal niet. Hier kan ik niets mee. Besluit is genomen, het moet anders.
Pieter kijkt me al moeilijk aan wanneer ik vraag wanneer hij mee eet. Weet ik nog niet. Nee, weet ik nog niet kan niet meer. Dinsdag en donderdag lastig, hockey dus of we dan maar iets lichts kunnen eten. Maandag moet Sophie later eten vanwege pianoles. Dinsdag en vrijdag ook lastig want dan heeft de dame hockey. Blijft over woensdag, maar aangezien ze met zwemles ook echt rekening houden met het feit dat die kinderen best nog jong zijn, is het om kwart voor zes. Dus dan zit ik daar tot minstens zeven uur met vier kids. Keus is of ervoor of erna, of iedereen voor zwemles. Allemaal lastig, woensdag wordt brooddag!
Volgende dag tijdens het diner gooien we het roer om. Nieuwe afspraken. Lust ik niet, kan ik niet meer horen. Lussen hangen in de bussen. Wanneer je iets niet lekker vindt dan ruil je het maar met een ander. Iedereen eet zijn bord leeg en als je bord leeg is mag je je verhaal vertellen. Vier beteuterde koppies staren me aan. Sophie stamelt: 'Maar mama, je hebt alle groente in kleine stukjes in de pasta gedaan'. Ja inderdaad, dan proef je het amper. En nu eten!
Inmiddels zijn ze er aan gewend en floreert de ruilhandel aan tafel. Komkommer, paprika en ei worden van bord naar bord geschoven. En de meeste borden gaan leeg. Alleen Floris deed nog een beetje lastig. Nadat Floris week in week uit het eten verpest heeft beluit ik het over een andere boeg te gooien. Wanneer je toch niet eet heb je ook geen bord nodig. Scheelt weer afwas, stuk goedkoper.
Volgende dag geen bordje voor Floris. Mopperend zit hij aan tafel. Wel eten, niet eten. Besteed er geen aandacht aan, met uitzondering van de verklaring, jij eet toch niet dus mama kookt niet meer voor jou. Floris blijkt een volhouder, maar op dag zes besluit hij toch maar te eten. Wonderen zijn de wereld nog niet uit. Alle bordjes leeg en het was zo waar gezellig. Benieuwd hoe nummer vijf zich gaat gedragen....