woensdag 26 maart 2014

Tegeltjeswijsheid


Van een goede quote kan ik kippenvel krijgen, rake cliché-uitspraken wil ik regelmatig inlijsten, ik pluis songteksten uit en zoek ze desnoods na op het Internet en kan mezelf compleet verliezen in boekpassages. 
Uitdrukkingen, tegeltjeswijsheid, Loesje-teksten, quotes en columns zuig ik als een grote spons in me op, om ze vervolgens verrukt te delen met mijn té nuchtere echtgenoot, die dan maar weer eens een wenkbrauw optrekt, zich verbazend over alle ophef. 
Herkenbaarheid is altijd een groot sleutelwoord. 
Columns die altijd weer erg van toepassing zijn op ons dagelijks leven. Variërend van kinderen die bij anderen altijd wel opgevoed zijn, kleinkinderen die altijd ineens zo lief zijn bij oma (omdat ze geheel ín dienst staat van de kleine draken), tot (godzijdank)niet perfecte moeders die het beddengoed van hun kind pas verschonen als het naar aap begint te stinken.En natuurlijk nog veel meer. 

Nou is de ene tekst de andere niet, ‘oost west’ komt er, net als’ ík hou van jou en blijf je trouw’ niet in, maar de pareltjes plukken we er tussenuit als een soort ‘voer voor de ziel’. 
Gek, want je kunt er eigenlijk niets mee, nou ja, hoogstens kun je eens los gaan op een geboortekaartje maar na baby nummer vijf ben ik er wel klaar mee inmiddels. En gaat het ook echt niet meer gebeuren! Mee blèren met een lekker liedje en misschien, als je iemand kunt vinden aan wie het besteed is, een mooi gedichtje of indringende brief achterlaten. Maar ja, wie schrijft er tegenwoordig nog een mooie, handgeschreven brief, want dan komen de mooiste teksten toch het beste tot zijn recht.
In Sinterklaasgedichten kun je je dingetje een beetje doen, maar pepernoten, Spanje en het paard zijn niet de meest inspirerende onderwerpen. 
Overlijdensadvertenties tonen de prachtigste teksten, althans soms. Het is goed zoeken naar de krenten in de pap. Maar goed, misschien wat ongepast om je daar aan te verheerlijken.

Blijft over een blog. 

Clichés en gezegden zijn niet zo zeer door de vorm, als door de waarheid zo raak. En ik mag dan ook altijd graag prediken dat clichés niet voor niets clichés zijn (want oh oh wat een ervaring heb ik toch met mijn inmiddels negendertig jaar), hoewel ik sommigen nog steeds niet vat. 
‘Een land vol’ (een ander land misschien?) heb ik nooit gevonden en ‘alles wat je écht wilt, kun je ook bereiken’(of is dat nou meer iets uit zo’n zelfhulpboek?) is natuurlijk de grootste bullshit die je je maar kunt bedenken, want geloof me, ik wil heel veel, heel graag, maar geld, energie en kinderen krijgen  laten zich nu eenmaal niet afdwingen (met vijf durf ik dat natuurlijk niet helemaal hardop te zeggen). Een geweldig figuur en een goede conditie vallen misschien wél onder deze stelling. Tegenhanger is dan weer dat ik daar mijn wijntje en overheerlijke kaasjes voor moet laten staan. Daar komt wilskracht om de hoek kijken. Wat mij betreft mag die om de hoek blijven staan.
De grootste misvatting aller tijden is natuurlijk dat geld niet gelukkig maakt. Of moet je het omkeren, géén geld maakt wel degelijk ongelukkig.... Of krijg je dan weer de cliché, dat als je niet beter weet.

Maar ‘de uitzondering bevestigt de regel’ en ‘behandel een ander zoals je zelf behandeld wenst te worden, leven en laten leven, je doel voorbijstreven, ergens een halszaak van maken en een ‘twee-eenheid’ zijn absolute favorietjes van mij. Mijn vriend (en exen) zullen ook zeker ‘de vinger aan de pols houden’ en de woorden ‘flexibiliteit’ en ‘communicatie’ herkennen. Sommige woorden zijn onderhevig aan bepaalde fases in mijn leven (en dat van mijn vriendinnen), zo kent mijn moeder het woord ‘omkrempelen’, dat ik als klein meisje gebruikte voor je mouwen opstropen’, zo noemden we (ik doel op de girls)een auto op een bepaald moment ‘wheels’, werden we ‘nasty’ als we boos bedoelden, gebruikten wij de woorden ‘gaaf en schitterend te pas en te onpas (onze ouders gebruikten ‘mieters’ en de hedendaagse jeugd zegt ‘vetcool' en ‘dope shit’). 

Hilarisch zijn natuurlijk de uitspraken van Pepijn.Alle programma’s op televisie die niet voor ons, maar voor hem bestemd zijn noemt hij ‘mensen kijken’, en ontbijtkoek blijft ‘spijtkoek’, spaghetti blijft pasgetti', verder zegt hij rustig 'ik ga jou doodslaan', omdat hij de vele muggen die wij te pakken hebben genomen (omdat ons huis schijnbaar midden in de habitat van zo ongeveer elke insecten-soort gebouwd is) als voorbeeld heeft. Opa is een sterretje en pappa is de koning en mamma de prinses. Elke hals met maar enigszins een intentie om een klus uit te gaan voeren (bijvoorbeeld een ladder onder de arm) is, zonder uitzondering, Bob de Bouwer, verder hebben we nog 'koekenbakken' (zo ongeveer het enige dat hij eet) en roept hij dat ik mijn 'jas' aan moet als ik s nachts nogal nakend naast zijn bed kom kijken waar al die decibellen vandaan komen. Gelukkig heb ik er nog drie onder Pepijn en kunnen we voorlopig onze lol nog op. Stiekem heb ik hem het woord 'opzouten' geleerd. IK vond het wel lekker krachtig en tamelijk onschuldig, daarnaast is het zó verleidelijk om je kind een 'stout' woord laten 'papegaaien'.

In mijn studententijd gingen we er eentje ‘inkoppen’ en even ‘afpilzen’ en lagen we regelmatig ‘naast onze kruk’. Ergens tussen toen en nu zijn we elkaar van alles met ‘lein’ erachteraan gaan noemen. Rensilein belt Jitsielein en Mamsilein. Het is een soort tweede natuur geworden. ‘Flabbergasted’ is iets wat we allang kenden, maar weer echt iets van de laatste tijd, alsof je tong van opperste verbazing op de grond hangt. Een andere vriendin heeft het over een ‘big-ass-ring’ en ‘talk to the hand’ doet het ook nog steeds goed. 

 

De ‘Loesje-uitspraken’zijn eigenlijk allemaal goed en niet zelden heb ik er eentje aan mijn moeder gestuurd (bel straks effe terug mam, ik sta net de cake af te gieten. 
bel straks effe terug mam, ik rijd net een fietser aan…) 
Naar een goede vriendin in een single fase (iets warms graag, met borstharen) of naar een eigenwijs ex-vriendje die altijd dacht dat hij het beter wist had, ingelijst en wel; hoezo compromis? Heb ik ongelijk dan?. En ‘hoeveel plannen zitten er in een glas bier’ en ‘aan het einde van mijn geld hou ik altijd een stuk maand over’. Een absolute topper blijft ‘geniet nooit met mate’. Daar kan ik me helemaal in vinden. 

Een collega bromt regelmatig dat het wel ‘Fucking Groundhog Day’ lijkt, wat ik een geniale grap vindt, maar die je totaal ontgaat als je de film niet gezien hebt. Een andere collega vertelde dat ze ergens erg ‘onblij’ van werd. 
In een melige bui bedachten we op mijn werk leuke t-shirt teksten, die sloegen op collega’s; ‘ik ben kapot’ en ‘het gaat hier erin’(op de voorkant) en ‘daar eruit’ (op de achterkant). Verder zou ‘huh?’ het erg goed doen op onze werkvloer en hebben we tal van andere gevatte dingen bedacht, die ik in deze tijden van economische crisis beter voor mezelf kan houden  

Erg trots zijn we op ons paradepaardje: 

‘Wil de prins op het witte paard zich hier even melden’ 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten